Kijk eens diep in mijn ogen
Artikel verschenen in Knack Weekend op 03.05.23
ONLINE (alleen voor abonnees): https://weekend.knack.be/human-interest/psychologie/helpt-hypnose-echt-ik-heb-sindsdien-geen-paniekaanvallen-en-hyperventilatie-meer/
Helpt hypnose echt? Over hypnose bestaan heel wat mythes, maar toch is hypnotherapie de jongste jaren weer erg populair. Terecht?
Wij trokken op onderzoek.
Tekst: Michael De Moor
Mijn eerste kennismaking met hypnose was er een om nooit te vergeten. Ik was elf en op een avond tijdens de skiklassen gaf onze leraar een hypnoseshow. Wat er die avond gebeurde, ben ik met het vervagen van de tijd grotendeels vergeten, maar het maakte een diepe indruk op me. Al is het uiteraard een beetje jammer dat net dit soort spektakels aan hypnose wordt gelinkt. Want hypnose is veel meer dan dat. “De term komt van het Griekse hypnos, wat slaap betekent. Terwijl het eigenlijk niets met slaap te maken heeft”, zegt psycholoog Johan Vanderlinden, die jarenlang verbonden was aan het Universitair Psychiatrisch Centrum van de KU Leuven en zelf ook hypnotherapie toepast. “Hypnose is een toestand van veranderd bewustzijn, waarbij de concentratie voor een beperkte waarneming toeneemt. Je bent minder betrokken op wat er rondom je gebeurt en je wordt vatbaarder voor suggesties.
Vergelijk het met een spannende film zien, waardoor je de omgeving even vergeet. Elke hypnose is dan ook een vorm van zelfhypnose.” Het grootste misverstand over hypnose, en een dat weleens tot angst leidt bij wie erdoor geboeid is, is dan ook dat er iemand binnendringt in je psyche en bezit van je neemt, vult Erik de Soir, voorzitter van de Vlaamse Wetenschappelijke Hypnose Vereniging, aan. “De getuigen van Jehova mogen om die reden bijvoorbeeld niet onder hypnose gaan. Mensen zijn vaak bang van controleverlies, maar dat is echt niet aan de orde.
Hypnose is ook niet gevaarlijk, zoals soms beweerd wordt. Een belangrijk aspect is de suggestibiliteit, maar dat betekent niet dat iemand je iets tegen je wil kan laten doen.”
WEG MET DE PANIEK
Marc ging zes jaar geleden in hypnotherapie. En daar is hij bijzonder enthousiast over. Marc: “Ik kreeg op een gegeven moment last van angst- en hyperventilatieaanvallen. Op het werk ben ik een paar keer naar huis moeten gaan, of ik moest aan de kant van de weg gaan staan omdat ik niet verder kon rijden. Ik ben zelfs ooit op de spoed beland omdat ik dacht dat ik een hartaanval kreeg. Ik heb een dokter en psychiater geconsulteerd, maar dat hielp niet. Via research ben ik dan op hypnotherapie gestoten. Ik stond er wat sceptisch tegenover, maar heb toch de stap gezet. En dat is de beste beslissing ooit. Ik heb sindsdien geen paniekaanvallen meer gehad, heb ook geen hyperventilatie meer, al krijg ik soms nog een ambetant gevoel. Maar ik kan het nu beter plaatsen, waardoor de aanval niet doorbreekt.
Natuurlijk, als je ervan overtuigd bent dat hypnose niet werkt, zal het ook niet werken. Er moet een drang zijn om aan je probleem te werken, anders is het een maat voor niets.”
Ook Katelijne vond een oplossing voor haar probleem, dankzij hypnose. “Een paar jaar geleden vond ik mezelf te dik. Van alles heb ik geprobeerd, zelfs proteïnediëten. Op een dag las ik iets over hypnose en met een bang hartje ben ik er dan naartoe gereden. En dat is heel goed meegevallen. Je moet wel een klik hebben met de hypnotiseur en die vertrouwen.
En opletten voor charlatans, want die zijn er natuurlijk ook. Ik heb één sessie gedaan en dat was een heel speciaal, fijn gevoel. Je bent niet van de wereld, maar maakt alles bewust mee.
Ik vergelijk het met meditatie. Uiteindelijk ben ik 12 kilo kwijtgeraakt. Wanneer ik naar de winkel ga, stap ik niet meer naar de snoep maar naar de groenten en het fruit, ik ben meer gaan wandelen…
Na een tijdje ben ik weer wat aangekomen, daarom ben ik nog eens teruggegaan. Mijn gewicht is nog niet wat het moet zijn, maar dat heeft tijd nodig, natuurlijk. Wanneer je erachter staat, werkt hypnose echt. Maar belangrijk is dat je het uiteindelijk helemaal zelf doet. Enkele weken na je sessie krijg je trouwens een mail met de vraag hoe het gaat. Mocht je nog vragen hebben, dan kun je er weer terecht. Dat vind ik goed, want zoiets geeft vertrouwen.”
ZONDER VERDOVING
Je zou haast denken dat hypnose een wondermiddel is dat universeel kan worden ingezet. Toch wil Johan Vanderlinden de verwachtingen een beetje temperen. “Het werkt goed bij mensen met angst en depressie, dat wijzen verschillende metastudies uit. De combinatie van antidepressiva en hypnose werkt effectiever dan enkel medicatie. Ook trauma’s en dissociatieve stoornissen
kunnen verbeterd worden en het is ook effectief bij emotionele verwaarlozing en hechtingsstoornissen. Je kunt eveneens werken rond afscheid nemen van een overleden persoon, op voorwaarde dat de therapeut een gedegen kennis heeft van rouwverwerking. Anderzijds geeft onderzoek weinig steun aan het feit dat het effect kan hebben bij stoppen met roken. Ik heb weliswaar mensen
behandeld, maar met wisselend succes. Als de motivatie erg sterk is en de cliënten niet verwachten dat het na één sessie opgelost is, kan het helpen.
Al is er te weinig evidentie om dat aan te tonen. Voor de behandeling van obesitas kan het wel ingezet worden, in combinatie met andere behandelingen. Voor anorexia werkt het dan weer minder goed.” Ook bij burn-out of een persoonlijke crisis wordt het ingezet. “Je kunt in zulke gevallen de cliënt uitnodigen voor een toekomstgerichte fantasie, in de hoop dat hij of zij zo meer inzicht
krijgt.” In het Luikse is er zelfs een professor die honderden operaties heeft uitgevoerd met lokale verdoving en onder hypnose. “Enkel bij cliënten die er vatbaar voor zijn, uiteraard. De wonden genezen dan sneller en er gaat minder bloed verloren. Bij chronische pijn en fibromyalgie wordt het trouwens ook toegepast. Studies over hypnose bij borstkanker wijzen dan weer op minder
angst, vermoeidheid, misselijkheid en stress bij de patiënten. En bij maag- en darmproblematiek kan het in de helft van de gevallen helpen bij het prikkelbaredarmsyndroom. Ook bij dermatologie wordt het toegepast. Bij alopecia bijvoorbeeld, hebben we vastgesteld dat de haargroei bij bepaalde patiënten door hypnose terugkomt. De huid is sowieso zeer gevoelig voor suggestie –
wanneer je een muntje op iemands hand legt en je vertelt dat het warmer wordt, kunnen er zelfs brandwonden ontstaan. Ook tandartsen worden opgeleid in het gebruik van hypnose omdat sommige patiënten bang zijn voor het prikje. Je kunt dan bijvoorbeeld zonder verdoving een tand uitboren. Voor pijnbestrijding zijn er dus heel wat mogelijkheden.”
'Bij alopecia hebben we vastgesteld dat
de haargroei bij bepaalde patiënten
door hypnose terugkomt. De huid is
sowieso zeer gevoelig voor suggestie'
'Er zou een regelgeving moeten komen
voor wie hypnose toepast binnen een
geneeskundig kader'
THERAPEUT OF CHARLATAN?
Maar hoe werkt hypnose nu precies? “Bij hypnose wordt de andere hersenhelft geactiveerd”, aldus Vanderlinden. “Normaal wordt vooral de linkerhersenhelft, met daarin het schrijf- en rekencentrum, geactiveerd. Bij hypnose is er meer activiteit in de rechterhersenhelft. Het logische, rationele denken valt wat weg en het creatieve wordt gestimuleerd. Zo krijg je meer toegang tot het onbewuste, wat ik de innerlijke wereld noem. In hypnose kan ik de cliënt bijvoorbeeld vragen hoe hij of zij het probleem wil aanpakken. ‘Leg het voor aan je hart of aan je verstand’, zeg ik dan. Je werkt dus heel exploratief.” Hypnose omvat altijd drie fasen. “Er is de inductie, die gebeurt onder andere door fixatie op een bepaald punt. Er wordt gezegd dat je ogen zwaarder zullen worden en vanzelf zullen dichtvallen. Maar het kan ook gebeuren door concentratie op de ademhaling. Vervolgens komt de verdieping,
waarbij de patiënt zich verplaatst naar een bepaalde situatie en zich helemaal ontspant. Tijdens de trance vindt vervolgens het medische of therapeutische werk plaats. Op het einde is er de deductie, waarbij de patiënt terugkomt naar het hier en nu.” Klinkt logisch, maar toch bestaan er wel wat misverstanden over hypnose. “Je bent niet in slaap en je verliest ook de controle over jezelf niet”, zegt Vanderlinden. “Vergelijk het met leren autorijden: de instructeur zegt wat je moet doen, maar je doet het wel helemaalzelf. Wie zich verzet tegen hypnose, zal daarom nooit onder hypnose kunnen worden gebracht.” Anderzijds is een klein deel van de mensen extreem vatbaar voor suggestie. “De motivatie van de cliënt en het vertrouwen dat die heeft in de therapeut zijn daarbij bepalende factoren.”
Dat hypnose de laatste jaren weer populair is geworden, heeft uiteraard gevolgen voor het aanbod. Steeds meer praktijken bieden hypnotherapie aan. En dat zijn lang niet altijd psychologen. “Mensen zonder al te veel opleiding mogen een praktijk in hypnotherapie beginnen en dat is toch een probleem”, stelt De Soir.
“Wie binnen een psychotherapeutisch of geneeskundig kader werkt, zou een diploma uit die sector moeten hebben. Wat niet wil zeggen dat we hypnose bij zogenaamde lekentherapeuten moeten verbieden. Iedereen mag voor mijn part een cursus hypnose volgen om te helpen bij relaxatie, tegen faalangst, noem maar op. Binnen een ongevaarlijke context heb ik daar geen probleem mee. Ik heb wél mijn bedenkingen als er claims worden gedaan die te maken hebben met een genezingsproces. Daar zou een striktere regelgeving voor moeten komen.” De reden daarachter ligt voor de hand: hypnose is niet helemaal zonder gevaar. De Soir: “Je kunt onder hypnose terechtkomen bij iets wat bijvoorbeeld in je kindertijd gebeurd is. Op dat moment heb je iemand nodig die vertrouwd is met diagnostiek en psychopathologie. Wanneer die kennis ontbreekt, gaat men voorbij aan de ware problematiek.”
“Het advies van de Hoge Gezondheidsraad zegt dat hypnose alleen kan toegepast worden door mensen die opgeleid zijn in de psychologie, geneeskunde, orthopedagogie of verpleegkunde”, vult Johan Vanderlinden aan. “De term hypnotherapeut zou eigenlijk verboden moeten worden, want veel hypnotherapeuten hebben geen basisopleiding in de psychologie of geneeskunde en zouden hypnose dus niet mogen toepassen.”
GEEN WONDERMIDDEL
Wat er ook van zij, hypnose kadert sowieso altijd best in een ruimere therapie. “Het is een goede schroevendraaier in de toolbox”, aldus De Soir. “Soms gebruik je het, soms beter niet. Het is situationeel inzetbaar, maar het is geen wondermiddel. Bij psychotische mensen of bij wie emotioneel labiel is, kan het bijvoorbeeld beter niet toegepast worden. Het heeft immers geen zin om iemand in trance te brengen als die persoon al last heeft om in de realiteit te blijven.” Hoe dan ook kunnen we maar beter afstand nemen van het mysterieuze dat aan hypnose verbonden is. “Hypnose moet gezien worden als een normaal fenomeen dat bij iedereen op natuurlijke wijze een paar keer per dag voorkomt”, zegt De Soir. “Het gevoel dat je krijgt wanneer je bijvoorbeeld terugdenkt aan die leuke vakantie kun je zien als een toestand van verhoogde aandacht. Als je die aandacht verbreedt, kun je door wat wij absorptie noemen in een soort van trance terechtkomen. Die wordt dan gebruikt om medisch of therapeutisch toe te passen, bijvoorbeeld bij pijnbestrijding of om te werken aan iemands zelfvertrouwen. Maar in se is het een heel natuurlijk verschijnsel.” Niets om bang voor te zijn, met andere woorden, al moet het, zo beklemtonen zowel Vanderlindenals De Soir, altijd binnen een medische en therapeutische context professioneel worden toegepast door iemand met kennis van zaken. Maar dat is uiteraard de evidentie zelve.
Erik de Soir, voorzitter Vlaamse Wetenschappelijke Hypnose Vereniging
Johan Vanderlinden, Psycholoog