×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 1019 niet laden
maandag, 13 juni 2016 14:08

Hypnose; een serieus medisch instrument

Meteen na de ingreep mocht ze terug naar haar kamer en ’s avonds kon ze gewoon eten. Van de vervelende bijwerkingen van volledige narcose, zoals misselijkheid, had Carine geen last.

Professor Roelants is een onvermoeibare pleitbezorgster van hypnose. Sinds een jaar of vijf brengt ze in het ziekenhuis jaarlijks tientallen verpleegkundigen en dokters, van chirurgen tot oncologen, de techniek van hypnose bij. Daardoor zijn de UCL-ziekenhuizen voorloper op het gebied van medische hypnose. 

De techniek wordt er dagelijks gebruikt op de spoedafdeling, in de operatiekamer en in de kraamafdeling als een middel tegen pijn en angst. ‘Ik geef mijn patiënten vooraf een beetje huiswerk mee’, legt Roelants uit. ‘Ze moeten nadenken over een heel aangename herinnering, een moment dat ze echt gelukkig waren. Die herinnering gebruik ik bij de hypnose tijdens de operatie. Ik neem de patiënt daar opnieuw mee naartoe.’ 

Met Carine trok dokter Roelants drie uur lang met de rugzak door de Franse Auvergne, al had Carine achteraf geen flauw idee hoe lang ze door de anesthesist in trance was gehouden. ‘ Als er iets misloopt, kunnen we een klassieke verdovingsprik geven’, lacht Roelants. ‘Maar dat is zelden nodig.’ 

Verlies van tijdsbesef is kenmerkend voor een hypnotische toestand, die door mensen die het hebben meegemaakt vaak wordt omschreven als wakend slapen. ‘Je bent er,’ zegt dokter Roelants, ‘maar je geest is tegelijkertijd ergens anders. Soms rijd je met de auto ergens heen en schrik je plots dat je je bestemming al bereikt hebt. Terwijl je toch heel bewust de juiste handelingen hebt uitgevoerd. Daarmee kun je het vergelijken. Hypnose is een veranderde bewustzijnstoestand. Je beseft goed wat je doet, maar met je gedachten ben je ver weg.’ 

De dokter benadrukt dat hypnose een heel natuurlijk fenomeen is en dat degene die de hypnose uitvoert niets anders doet dan de aandacht van de patiënt sturen. Omdat kinderen zich makkelijker dan volwassenen door hun verbeelding op sleeptouw laten nemen, werkt hypnose bij hen beter.’ 

Pukkelpop Franstalig België staat verder op het gebied van medische hypnose dan Vlaanderen. Dat is voor een groot stuk te danken aan het pionierswerk van professor Marie-Elisabeth Faymonville, hoofd van het Centrum Voor Pijnbestrijding van het Universitaire Ziekenhuis van Luik. 

Zij introduceerde hypnose vijftien jaar geleden in de operatiekamer en werkte samen met vooraanstaande hersenwetenschappers om aan te tonen dat hypnose systemen in de hersenen beïnvloedt die te maken hebben met het beschermen tegen pijn. Ook wijlen koningin Fabiola liet zich bij professor Faymonville onder hypnose aan de schildklier opereren. ‘Dankzij het onderzoek van Faymonville heeft hypnose haar rentree gemaakt aan de universiteiten’, vertelt dokter Roelants. 

Maar waarom kiezen patiënten voor hypnose?
‘Sommigen zijn bang voor de narcose, sommigen zijn gewoon nieuwsgierig, anderen zijn principieel tegen medicatie en nog anderen, met name zelfstandigen, willen na de operatie zo snel mogelijk op de been zijn.’ 

Hypnose werkt in principe bij iedereen, op voorwaarde dat de patiënt de hypnose zelf wil. Wie door zijn moeder of partner richting hypnose wordt geduwd, begint er beter niet aan. ‘Maar wie zegt dat hypnose nergens toe dient, begrijpt er werkelijk niets van’, vindt dokter Roelants. 

Daar denkt trauma-psycholoog Erik De Soir, bestuurslid van de Vlaamse Wetenschappelijke Hypnosevereniging, net zo over.
Hij ontwikkelde ‘een op hypnose gebaseerde methode’ die intussen in delen van Duitsland en Frankrijk standaard wordt gebruikt bij het bevrijden van slachtoffers van verkeersongelukken uit autowrakken, en die ook bij ons in de opleiding van de brandweer en het ambulancepersoneel wordt aangeboden. Als de hulpverlener eenmaal bij het slachtoffer raakt, zal die doorlopend het slachtoffer begeleiden om diens pijn, angst en ademhaling onder controle te houden – hypnose dus. 

‘Mijn eigen wetenschappelijk onderzoek laat zien dat vitale parameters van het slachtoffer zoals de ademhaling, het hartritme en de bloeddruk daardoor stabiliseren en dat de kans op een blijvend psychologisch trauma aanzienlijk kleiner wordt’, aldus de trauma-psycholoog. De Soir ziet hypnose als een bijzonder nuttig ‘medisch en therapeutisch hulpmiddel’, waarmee artsen en psychologen veel kanten uit kunnen. ‘

Soms heeft het wonderlijke resultaten. Ik bracht bijvoorbeeld ooit een slachtoffer van het noodweer op Pukkelpop in een hypnotische trance voor de verzorging van haar been na de operatie. Vooraf was ze panisch van angst, maar van de hele behandeling heeft ze, tot grote verrassing van de twee verpleegkundigen die haar verzorgden, niets gemerkt.’ 

Staatssecretaris Elke Sleurs (N-VA), gynaecologe van opleiding, kwam onder vuur te liggen door haar plan om agenten op hypnose-cursus te sturen naar de Verenigde Staten, onder meer om slachtoffers van seksueel misbruik beter te kunnen verhoren. Ons geheugen is nu eenmaal allesbehalve betrouwbaar. Onder hypnose, luidt de kritiek, staan mensen meer open voor suggestie en neemt de kans op valse, gefabriceerde herinneringen aanzienlijk toe. Tegenstanders van hypnose verwijzen graag naar beruchte missers in het onderzoek naar de bende van Nijvel en naar de X-getuigen in de zaak-Dutroux. 

Onder hypnose maakten die laatsten gewag van satanische kindermoorden. Naderhand bleken dat pure verzinsels. En toch veroordeelde een Brugse rechtbank vorige zomer een dader omdat het slachtoffer hem onder hypnose herkend had. Het slachtoffer van de verkrachting herinnerde zich eerst niets meer, maar wees tijdens de hypnose de man als dader aan. Ook toen kwam er veel kritiek. Maar voorstanders zien hypnose als een middel om herinneringen die slachtoffers na een trauma hebben verdrongen boven water te halen. 

Met dien verstande dat herinneringen nooit honderd procent betrouwbaar zijn, hypnose of geen hypnose. ‘Wie kan er bezwaar tegen hebben dat slachtoffers van seksueel misbruik worden gehoord in een toestand dat ze meer geconcentreerd zijn, scherper in hun geheugen kunnen graven en minder angstig zijn?’ vraagt Erik De Soir. ‘Zolang deskundigen de hypnose toepassen, is er niets gevaarlijks aan. Belangrijk is dat je de verkregen informatie met objectief bewijsmateriaal kunt staven. Herinneringen zijn aanwijzingen of puzzelstukken, nooit de objectieve waarheid. Maar het is mij wel al een aantal keren gelukt om iemand zich een nummerplaat te laten herinneren, waardoor de dader kon worden opgepakt.’ 

Image

De term ‘hypnotische trance’ roept misschien associaties op met wichelaars, mediums en kaartlezers, maar is volgens de trauma-psycholoog niets anders dan ‘een combinatie van uiterste relaxatie en uiterste concentratie’. Bij hypnose denken mensen echter spontaan aan show-hypnose, waarbij goedgelovige vrijwilligers onder invloed van Rasti Rostelli-achtige types op commando in zwijm vallen of verlekkerd in citroenen bijten omdat hen is wijsgemaakt dat het bananen zijn.

Hypnose doet denken aan occulte praktijken, aan kwakzalverij en aan Sigmund Freud, die door middel van hypnose zogezegde oedipuscomplexen uit het onderbewustzijn oprakelde. Zo is de indruk ontstaan dat hypnose iets gevaarlijks is, zeker als het instrument in handen valt van malafide of manipulerende individuen. 

Nicole Ruysschaert, psychiater en ondervoorzitster van de Vlaamse Wetenschappelijke Hypnose Vereniging (VHYP), zucht aan de telefoon als we haar met die wijdverbreide scepsis confronteren. Er is volgens Ruysschaert veel wetenschappelijk bewijs voor de doeltreffendheid van hypnose en zogeheten hypnotherapie. 

De VHYP leidt zelf ook hypnotherapeuten op – alleen professionals uit de gezondheidszorg komen daarvoor in aanmerking.

‘Jammer genoeg zit er in Vlaanderen heel wat kaf tussen het koren’, zegt Ruysschaert. Net als psychotherapeut is hypnotherapeut geen wettelijk erkende titel. Kappers die zich in twee dagen laten bijscholen tot hypnotherapeut vormen geen uitzondering. Maar ook de ernstig uitgevoerde hypnose wint gestaag aan populariteit. ‘Ook in Vlaanderen is de techniek aan een opmars bezig’, zegt Ruysschaert. Hypnose kan bijzonder effectief zijn bij pijnbeheersing en bij therapieën om te stoppen met roken, en om zaken zoals boulimie en bovenmatig drankgebruik onder controle te krijgen. ‘Maar ook traumaverwerking, fobieën, paniekaanvallen, burn-outs en psychosomatische klachten kunnen er prima mee worden behandeld’, zegt Ruysschaert. Vaak werkt hypnose bij zulke aandoeningen beter dan medicijnen. Met dit verschil dat pillen die slechts marginaal werken wel als wetenschappelijk verantwoorde geneeskunde worden gezien. 

Ook de bekende hoogleraar en psychiater Dirk De Wachter (KU Leuven) vindt dat er nog te negatief wordt gedacht over hypnose. ‘Alsof het tovenarij is, terwijl het een serieus medisch instrument is.’ De Wachter legt uit dat elke hypnose een vorm van zelfhypnose is. Mensen brengen zich uiteindelijk zélf in een andere bewustzijnstoestand, met de therapeut als gids of coach. 

Na een aantal sessies krijgen de meeste patiënten de techniek onder de knie en kunnen ze leren zichzelf te helpen. ‘Maar dat betekent dat mensen gemotiveerd moeten zijn’, zegt De Wachter. ‘Ik krijg vaak mannen of vrouwen over de vloer die door hun partner worden gestuurd om te stoppen met roken. Daar begin ik niet aan. Je kunt mensen onder hypnose niets laten doen wat ze zelf niet willen.’ 

In tegenstelling tot Erik De Soir staat Dirk De Wachter wel eerder terug - houdend tegenover het gebruik van hypnose in politieverhoren en gerechtelijke onderzoeken. ‘Als therapeut gebruik ik hypnose om herinneringen op te roepen. Maar dan werk ik met de subjectieve leefwereld van de patiënt. De juridische waarheid is iets helemaal anders. Ik zou als psychiater niet zomaar meewerken aan het verhoren van getuigen of slachtoffers onder hypnose. Hypnose versterkt inderdaad de herinneringen, maar ook het potentieel aan valse herinneringen. Je moet dus heel voorzichtig omgaan met informatie die je op die manier verwerft. Je kunt die herinneringen nooit gebruiken als staalhard bewijs, ze moeten altijd getoetst worden aan de werkelijkheid.’